Kasteel Renswoude

Architectuur
Kasteel Renswoude (1654) wordt toegeschreven aan de Utrechtse bouwmeesters van Vianen en van Cooten en is opgetrokken in Hollandse classicistische stijl. Het gebouw heeft een souterrain. Hier bevinden zich de kasteelkeuken, jachtkamer en biljartkamer. In de noordelijke hoektoren is de bibliotheek ondergebracht. In tegenstelling tot het hoofdgebouw, waar leien zijn gebruikt, hebben de  twee langgerekte bijgebouwen daken met blauwe gesmoorde oud-Hollandse dakpannen.

In het begin van de 18de eeuw, de tijd dat Frederik Adriaan baron van Reede er met zijn vrouw Maria Duyst van Voorhout woonde, zijn er ingrijpende wijzigingen aan kasteel en park aangebracht. Zo liet het echtpaar de eetzaal vernieuwen. De twee bouwhuizen op het voorplein werden naar het hoofdgebouw toe verlengd met twee vierkante torenvormige paviljoens, waardoor het voorplein meer besloten werd. Er kwam een smeedijzeren hek en er werd een  groots park aangelegd met Grand Canal. Dat de Van Reedes interesse hadden in tuinaanleg blijkt ook uit hun boekenverzameling. 

Het zou tot na de Franse tijd duren voor opnieuw belangrijke veranderingen tot stand kwamen bij het kasteel en park. 

Max J.L. baron Taets van Amerongen (1821-1901) woonde op het kasteel. Door de bekende architect LH Eberson (1822-1889) werd in die tijd de hardstenen buitentrap verbreed en een veranda aangelegd. Er kwam één grote vijver in de lengte, waardoor de witte achterzijde van het kasteel daarin kon weerspiegelen. 

Er vond een ingrijpende restauratie plaats van 1969-1976 onder leiding van Jan Joost Carel baron Taets van Amerongen.

De brand van 1985, waarbij het dak en twee stijlkamers verloren gingen, maakte een nieuwe restauratie noodzakelijk. Het kasteel was gelukkig weer snel bewoonbaar.

Historie 
De gevelsteen met alliantiewapens Van Reede-Van Eede, boven de centrale ingang, herinnert aan het echtpaar dat als eerste het kasteel bewoonde. Omdat Johan van Reede in 1656 de Deense orde van de Olifant ontving, zien we hier een witte olifant afgebeeld. 

Van Reede
Het geslacht van Reede heeft het kasteel meer dan een eeuw bewoond. Johan van Reede is heel oud geworden, hij leefde van 1593-1682. Zijn zoon Gerard stierf in 1666. Kleinzoon Johan stierf in 1670.Toen ook Godard Frederik in 1681 ongehuwd stierf, droeg de bejaarde Johan v Reede het kasteel op aan zijn derde kleinzoon Frederik Adriaan. Zo komen we uit bij Maria Duyst van Voorhout, zijn echtgenote en bekend als Vrijvrouwe van Renswoude.

Frederik Adriaan stierf in 1738, zonder kinderen na te laten. Op 26 april 1754 overleed Maria Duyst van Voorhout op 92-jarige leeftijd. Zo stierf het geslacht van Reede van Renswoude uit.

Taets van Amerongen
Uit onderstaand overzicht wordt duidelijk hoe of het geslacht Taets van Amerongen in beeld komt als bewoners van Kasteel Renswoude. Van Leonard Taets van Amerongen en Maria Jacoba Pijnssen van der Aa stammen vervolgens alle leden van het geslacht Taets van Amerongen af. In Renswoude zijn nog altijd 3 straatnamen naar hen vernoemd.