Maarn – Cothen | Oost naar Oost Pad

De etappe van 13 kilometer loopt tussen het NS station in Maarn en Cothen. Het grootste deel van de route loopt door natuurgebieden en deels door de Kaapse bossen, die tussen Maarn en Cothen liggen. De route kan twee kanten op gelopen worden. De etappe is een onderdeel van het oost naar oost pad, welke 377 km lang is en vanaf Twente naar Oost-Voorne over de Utrechtse Heuvelrug loopt. 

De etappe is ook interessant als je op één van de vele vakantieterreinen en campings in de buurt op vakantie bent.

Maarn heeft is oorspronkelijk gebouwd als een tuindorp. Maarn is in 1921 gebouwd voor arbeiders die werkten op de zandafgraving voor de Nederlandse Spoorwegen. Je ziet er kleine huizen met een groot tuinoppervlak, dit was bewust zo gebouwd omdat de arbeiders destijds dan zelf hun eten konden verbouwen. Als je uit het station komt, zie je aan de noordzijde (links) enkele huizen van het oorspronkelijke ‘tuindorp’ staan, maar eigenlijk is het een hele wijk. Neem gerust een kijkje en wandel door de straten, het is echt bijzonder om te zien hoe deze huizen zijn gebouwd en gelegen.

De Kaapse bossen zijn eigenlijk alle seizoenen aantrekkelijk om te bewandelen. In de zomer geeft het een heerlijke koele plek als het warm is. In de herfst kleuren de bladeren. In de winter, zeker als het sneeuwt, is het bos prachtig, maar ook als het niet sneeuwt en je bent er vroeg in de ochtend, dan is er prachtig licht als de zon door de mist tussen de bomen schijnt. In de lente zijn het de jonge frisse groene bladeren wat aantrekt. In het bos leeft veel wild, waaronder reeën, eekhoorntjes, muizen, marters, slangen (adders), kleine amfibieën en diverse vogels.

Net niet op de route, maar met een kleine omweg van 100 meter kun je ook langs Huis te Maarn lopen (je loopt een deel van de route al over het landgoed). Het huis zelf lijkt een beetje op de kleine versie van het Witte Huis in Washington, het heeft een herkenbare halronde zuilenpartij, en een prachtige oprijlaan.

Je komt tijdens deze etappe onder andere langs de uitkijktoren ‘De Kaap’. De toren is 25 meter hoog en staat op een heuvel, je hebt schitterend zicht over de Utrechtse Heuvelrug, zeker de moeite waard om even naar boven te gaan. Bij helder weer kun je zelfs Rotterdam en de Flevopolder zien liggen.

De naam ‘Kaapse bossen’ is trouwens ontstaan toen in 1750 het landgoed werd gekocht door Hendrik Swellengrebbel, na terugkeer uit Zuid-Afrika. De bossen deden hem denken aan de bossen bij de Tafelberg in Kaapstad.

Tussen de Kaapse bossen en Cothen ligt een groot stuk agrarisch terrein met natuurgebieden. De route loopt af en toe langs de weg, maar gaat regelmatig het natuurpad op. Je loopt dan over kleinere paden langs de akkers die omhult worden door bomen en struiken. Soms lijkt het of je gewoon in bos loopt. Ook loop je een stuk over het landgoed van kasteel Sandenburg, met zijn kenmerkende witte toren. Dit kasteel werd al in 1391 vermeld, je loopt er pal langs.

Cothen is een pittoresk klein boerendorp en ligt aan de ‘Kromme Rijn’. De Kromme Rijn was vroeger een belangrijke vaarroute voor goederentransport. Het kasteel Rhijnestein ligt tegen het dorp aan. Het kasteel (of voorloper daarvan) werd al in 1248 vermeld in een oorkonde. Waarschijnlijk is het samen met andere kastelen gebouwd als onderdeel van een verdedigingssysteem.

Mocht je rond het einde van de lente de etappe lopen, kijk dan zeker eens in de buurt van Cothen naar de verschillende kersenboomgaarden. Je kunt er heerlijke verse kersen van eigen bodem kopen. De etappe loopt langs een kersenboomgaard, vlak naast het dorp.